vrijdag 11 april 2014

Omgaan met pubers

“Omgaan met pubers”

Bij mijn ouders liggen ze nog steeds bij mijn moeder op het nachtkastje. Omgaan met pubers, Van kind naar volwassene, etc. Zelfs astrologische boeken over het gedrag tijdens de puberteit zijn aanwezig. Zelf was ik niet zo'n moeilijke. Ik was bijdehand en deed graag dingen op mezelf, maar ik vraag mij nog regelmatig af of deze gedragingen niet gewoon bij mijn karakter horen en vrij weinig te maken hebben met de puberteit. Bij mijn broer was het echter duidelijk dat hij veel moeite had met de veranderingen waar hij doorheen ging, en deze boeken zijn vooral aangeschaft naar aanleiding van de heftige puberteit. Mijn moeder leefde met het idee dat ze hem in alles moest helpen en dat ze veel tips van 'professionals' nodig had om als ouder door de puberteitsjaren heen te komen.
Het verraste mij dan ook weinig dat er vele artikelen op internet te vinden zijn, van ouders voor ouders. In sommige gevallen zijn dit amateuristische artikelen geschreven uit eigen ervaringen, soms zijn het uitgebreide websites waar psychologen en andere hoogopgeleiden hun visie en tips geven aan ouders. De artikelen gaan van serieuze, probleemoplossende stukken tot satirische verhalen waarin ouders hun hart lijken te luchten. Zo las ik een stuk op de website van de Telegraaf, getiteld: Wat pubers altijd zeggen. De inleidende zin van dit artikel luidt: “Niet alleen doen wij volgens onze pubers stomme uitspraken, ook pubers gebruiken vaak typische tienerteksten.” Ik raad je aan het artikel te lezen. De negativiteit straalt er vanaf. Weliswaar zijn de opmerkingen die genoemd staan veelvoorkomend, ze zijn niet per se negatief. Wat mij opviel in het artikel is de tegenstrijdigheid die er in naar voren komt. Aan de ene kant wordt door de ouders een zekere mate van zelfstandigheid verwacht. Een bijbaantje zoeken of de ouders niet als taxichauffeur gebruiken. Maar aan de andere kant is het niet acceptabel dat hun kind geen contact heeft met de ouders tijdens een avondje stappen.
Ook kwam ik een site tegen: www.pubersvannu.nl. Op deze site staan interessante stukken over pubers, niet alleen voor ouders maar ook voor pubers zelf. Er staan tips, handige boeken en websites, ervaringen, enzovoorts. Geheel niet slecht. Maar of het effectief is.. Ik heb er twijfels bij. Voor het schrijven van deze blog heb ik mij ingelezen in een artikel over het motiveren van pubers. Een korte uitleg waarom de puber weinig motivatie is, vervolgens do's en don'ts om de puber te motiveren.

Ik vind het absoluut niet verkeerd dat ouders zich in willen lezen over hun kinderen en wat er door hen heengaat. Maar er mag niet blind vertrouwd worden op degelijke websites en boeken, hoe professioneel deze er ook uit mogen zien. Een stukje intuïtie, dat mis ik regelmatig bij ouders. Iedereen heeft de puberteit meegemaakt, hoe lastig kan het zijn? Niet alles hoeft altijd maar opgelost te worden. Laat de puber tegenover je opstandig zijn, of brutaal. Of nee. Laat de jongvolwassene zelfstandig zijn, en assertief.

Pubers

Pubers.
0-meting


Een stuk schrijven over pubers. Op 'papier' zetten hoe ik tegen pubers aankijk. Wat kenmerkt 'de puber'? Wat willen pubers? Wat doen ze, wie zijn ze, wat kunnen ze? Automatisch maak ik een onderscheid tussen pubers en alle andere wezens op deze wereld. Alsof 'de puber' tot een groep behoort die daardoor automatisch niet meer tot andere groepen kan behoren.

Uiteraard heeft 'de puber' een aantal kenmerken die niet te ontkennen zijn. Iemand is pas een puber wanneer hij of zij een bepaalde leeftijd heeft, aangezien het woord 'puber' afgeleid is van het woord 'puberteit'. In principe zou het woord 'puber' dus weinig moeten zeggen, behalve dat het een bepaalde periode van het menselijk leven aangeeft zoals de woorden peuter en bejaarde dat doen. Toch heeft het woord 'puber' een negatieve lading. “Wat een puber.” of “Ik was een echte puber.” zijn opmerkingen die ik niet zelden voorbij hoor komen. 'Puber' wordt in deze context geassocieerd met opstandigheid, brutaliteit, demotivatie, onbegrip enzovoorts.
Bovenstaande gedragingen zijn in vele gevallen inderdaad aanwezig bij jongeren in de puberteit, hier kan ik niet omheen. Maar deze gedragingen zijn verklaarbaar. De puberteit draait vooral om opgroeien, 'het volwassen worden'. Dit is een verandering die vrij snel plaatsvind. Ga maar na: De mens is zo'n 10 jaar kind, waarna het in ongeveer 6 jaar volwassen moet worden om vervolgens nog 70 jaar volwassen en daarmee verstandig te zijn. De 6 jaar waarin wij van kind naar volwassen gaan is heel weinig op een heel mensenleven. Maar we verwachten toch dat het mogelijk is, dat volwassen worden.
Belangrijk om op te groeien is het zelfstandig worden. Om dit te bereiken moet het kind zich af gaan zetten tegen de ouders, wat regelmatig voor meerdere partijen problemen oplevert. Zowel de gedragingen opstandigheid en brutaliteit komen hierin naar voren. Graag zet ik het woord 'opstandigheid' bij deze om in 'zelfstandigheid', en verander ik 'brutaliteit' in 'assertiviteit'. Een bepaalde assertiviteit is immers nodig om zich los te maken van de ouders.
Daarbij is het bekend dat er veel lichamelijke veranderingen plaatsvinden tijdens de puberteit. Dit, in combinatie met de drang om zelfstandig te zijn, zorgt voor onbegrip. De puber (ook ik kan niet om het woord heen) wil immers de problemen die hij of zij ervaart zelf oplossen. Er komt zoveel over de jongere heen dat dit, het zelf oplossen, vaak niet mogelijk is. Dat leidt tot onbegrip. De puber is continue bezig met zichzelf en de wereld om zich heen te begrijpen, om moeilijkheden op te lossen. 'Onbegrip' zet ik dan ook graag om in 'probleemoplossend'.
Demotivatie. Hoe kan ik daar iets positiefs van maken? Lastig. De puber heeft weinig zin om verplichte klusjes uit te voeren. De hond uitlaten? Echt niet. Huiswerk maken? Dat doet niemand. Volwassenen zoals ouders en leraren verwachten wel dat de puber deze verplichte klusjes uitvoert, terwijl de puber op dat moment met hele andere dingen bezig is. Vrienden maken bijvoorbeeld. Naar feestjes gaan, muziek maken, films kijken, shoppen, kortom; beleven. En dan het beleven van dingen die leuk zijn. Moet dit niet geprezen worden? Demotivatie zou ook wel als 'oriënterend' gezien kunnen worden.

De puber: Een kind dat, voor een groot deel eigenhandig, opgroeit. Zelfstandig wordt, assertiviteit ontwikkeld, problemen op wil lossen en zich oriënteert op het leven om zich heen. Ha, ik was een echte puber. En daar ben ik verdomd trots op.

Manipulatie.


Manipulatie.
 
In casus 5.7 vind ik dat de docent het probleem goed oplost. Of ik het op dezelfde manier aan zou pakken.. Ik denk het niet. De wereld waarin mijn leerlingen opgroeien vind ik erg interessant. Ik vind het belangrijk om je als docent te kunnen verdiepen in de belevingswereld van de jongeren om je heen, omdat je hen door deze aansluiting meer zal kunnen leren. In deze casus is het overduidelijk dat Sadir er erg mee zit dat hij mogelijk uitgezet zal worden, dit is zeer begrijpelijk. Als docent zou ik hier wel degelijk aandacht aan geven. Mijn eigen mening zal ik niet naar voren laten komen, daar hebben beide partijen geen profijt van. Maar het bespreken van het onderwerp, daar is weinig kwalijks aan. Als docent maatschappijleer is dit wellicht makkelijker dan voor een docent wiskunde. De asielprocedure sluit aan bij de leerstof van maatschappijleer.
Ook zou ik Sadir vragen op een later moment bij mij terug te komen om over de situatie te praten. Misschien vindt hij het prettig om zijn verhaal kwijt te kunnen en misschien kan ik hem het een en ander bijbrengen over het Nederlandse systeem, waardoor hij meer begrip kan hebben voor de situatie.

Manipulerend gedrag van leerlingen zal veel vaker voorkomen dan wij als docenten merken. Het is niet voor niets manipulatie. Daar waren mijn medestudenten het over eens. Een concreet geval van manipulatie is dan ook lastig te bedenken. Als kampbegeleider krijg ik regelmatig opmerkingen naar mijn hoofd als: “Nina, wij vinden jou het leukst. De andere leiding worden te snel boos. Stom hoor. Wat vindt jij daar nou van?” Afhankelijk van de situatie negeer ik deze opmerkingen of bedank ik ze vriendelijk voor het compliment en vertel hen dat ze niet met iedereen even goed overweg zullen kunnen.
Veel jongeren zullen hun docenten uitdagen. Soms om te zien hoe ver ze kunnen gaan, soms omdat ze hun docent het expres moeilijk willen maken, soms omdat het gewoon hun manier van omgang met een meerdere is. In elk geval moet je als docent rustig blijven en proberen de situatie in te schatten. Waarom zegt een leerling dit? Wat zijn de voornaamste redenen, wat schuilt erachter?

Ik ben van plan in de toekomst meer oplettend te zijn bij manipulerend gedrag. Ik denk dat ik er vaker intrap dan ik mij nu kan herinneren.
 
Vervangende opdracht aan de hand van Omgaan met jongeren - John W.H. Kessels

Boos zijn of boos spelen.


Boos zijn of boos spelen.
Casus 2.6 zat ik met enige verwondering te lezen. Een docent mag in geen enkel geval uitvallen tegen zijn leerling en daarbij gebruik maken van scheldwoorden. Het is voor mij moeilijk voor te stellen dat ik hetzelfde zou reageren in een situatie als deze. Toch weet ik dat het voorkomt, vast meer dan eens. In dergelijke gevallen is tot tien tellen een eventuele oplossing. Hoewel het kinderachtig klinkt, kan tot tien tellen voor het juiste effect zorgen; het neemt de spontane woede weg. Ook is het belangrijk om je eigen emoties te leren herkennen. Zo kun je, wanneer je aanvoelt dat een bepaalde situatie teveel emoties losmaakt, een stapje terug nemen.

Het is mij tot nu toe zelden voorgekomen dat ik de controle verloor. Aangezien ik geen echte stage heb, kan ik geen voorbeelden halen uit het leven als docent in opleiding. Wel werk ik op een bedrijf in Drenthe, waar ruiterkampen georganiseerd worden voor meiden van tien tot achttien jaar. De ervaringen die ik tijdens dit werk opdoe, gebruik ik regelmatig voor reflectiemomenten op Fontys.
Zo gaf ik ooit twee meisjes op kamp strafcorvee wegens het overtreden van de regels. Dit ging om een meisje van elf en een meisje van vijftien. Later die dag trof ik het jongste meisje buiten aan, het oudere meisje had haar verteld dat ze in haar eentje het werk moest uitvoeren. Kwaad ben ik naar binnen gestampt en heb het oudere meisje nog net niet aan haar haren naar buiten gesleurd. Ik vond het een rotstreek. Echter is dit een gecompliceerd geval; het oudere meisje is niet alleen ‘kampkind’ maar ook mijn jongere nichtje. Door deze persoonlijke relatie kan het sneller gebeuren dat ik te boos word.

Naast bovenstaand geval denk ik dat ik vrij goed ben in het beheersen van mijn emoties. Het helpt mee dat ik van nature niet snel kwaad word, ik ben geduldig en probeer altijd zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de situatie. Daarbij kan ik een goede grap altijd waarderen. Wel is het zo dat ik er slecht tegen kan wanneer een leerling bewust bezig is mij uit de tent te lokken, wanneer ze maar al te goed weten dat ze fout zitten en het toch doen.

Snel kwaad word ik niet, maar áls ik kwaad word is het goed kwaad.
 
Vervangende opdracht aan de hand van Omgaan met jongeren - John W.H. Kessels