Boos zijn of boos spelen.
Casus 2.6 zat
ik met enige verwondering te lezen. Een docent mag in geen enkel geval
uitvallen tegen zijn leerling en daarbij gebruik maken van scheldwoorden. Het
is voor mij moeilijk voor te stellen dat ik hetzelfde zou reageren in een
situatie als deze. Toch weet ik dat het voorkomt, vast meer dan eens. In
dergelijke gevallen is tot tien tellen een eventuele oplossing. Hoewel het
kinderachtig klinkt, kan tot tien tellen voor het juiste effect zorgen; het
neemt de spontane woede weg. Ook is het belangrijk om je eigen emoties te leren
herkennen. Zo kun je, wanneer je aanvoelt dat een bepaalde situatie teveel
emoties losmaakt, een stapje terug nemen.
Het is mij tot
nu toe zelden voorgekomen dat ik de controle verloor. Aangezien ik geen echte
stage heb, kan ik geen voorbeelden halen uit het leven als docent in opleiding.
Wel werk ik op een bedrijf in Drenthe, waar ruiterkampen georganiseerd worden
voor meiden van tien tot achttien jaar. De ervaringen die ik tijdens dit werk opdoe,
gebruik ik regelmatig voor reflectiemomenten op Fontys.
Zo gaf ik ooit
twee meisjes op kamp strafcorvee wegens het overtreden van de regels. Dit ging
om een meisje van elf en een meisje van vijftien. Later die dag trof ik het
jongste meisje buiten aan, het oudere meisje had haar verteld dat ze in haar
eentje het werk moest uitvoeren. Kwaad ben ik naar binnen gestampt en heb het
oudere meisje nog net niet aan haar haren naar buiten gesleurd. Ik vond het een
rotstreek. Echter is dit een gecompliceerd geval; het oudere meisje is niet
alleen ‘kampkind’ maar ook mijn jongere nichtje. Door deze persoonlijke relatie
kan het sneller gebeuren dat ik te boos word.
Naast
bovenstaand geval denk ik dat ik vrij goed ben in het beheersen van mijn
emoties. Het helpt mee dat ik van nature niet snel kwaad word, ik ben geduldig
en probeer altijd zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de situatie. Daarbij
kan ik een goede grap altijd waarderen. Wel is het zo dat ik er slecht tegen
kan wanneer een leerling bewust bezig is mij uit de tent te lokken, wanneer ze
maar al te goed weten dat ze fout zitten en het toch doen.
Snel kwaad
word ik niet, maar รกls ik kwaad word is het goed kwaad.
Vervangende opdracht aan de hand van Omgaan met jongeren - John W.H. Kessels
Ik ben eigenlijk van mening dat het soms wel helpt om pubers harder aan te pakken en ze bijvoorbeeld in hun eigen taal aan te spreken. Ik kom met mijn hobby als voetbal trainer vaak in vergelijkbare situaties al komt er een wat ander slag volk op voetbal af dan op paardensport. Zo heb ik een aantal echte straatratten in mijn voetbal team en ik merk vaak dat het meer effect heeft als ik corrigeer met straattaal als wanneer ik gewoon algemeen beschaafd Nederlands gebruik. Wel deel ik je mening dat je moet oppassen met boos zijn want als ze eenmaal door hebben om je boos te maken wordt dat volks sport nummer 1.
BeantwoordenVerwijderen