In mijn visiedocument zal ik ingaan op de drie thema's die tijdens de colleges Flankerend Onderwijs behandeld zijn:
– De puber
– De klas als groep
– Effectief lerarengedrag
Voor ieder thema zal ik kort mijn eigen mening weergeven en deze vervolgens onderbouwen met geraadpleegde literatuur. In het laatste deel van het visiedocument zal ik een literatuurlijst plaatsen. Bij het weergeven van mijn visie zal ik gebruik maken van eerder gemaakte blogs, opdrachten en bouwstenen. Ik zal duidelijk aangeven wanneer ik een terugkoppeling maak naar het eerder gemaakte werk.
Aangezien ik dit schooljaar geen stage heb gehad, maar deelgenomen heb aan het instituutspracticum, kan ik weinig verbanden leggen tussen de theorie en mijn stage ervaringen. Soms zal ik gebruik maken van de ervaringen die ik opdoe tijdens mijn werk op het ruiterkamp. Dit werk sluit niet geheel aan bij het werk van een docent, maar ik heb in deze baan wel te maken met groepen pubers. Deze ervaringen komen ook aan bod in mijn blogs en bouwstenen.
Thema's.
In mijn 0-meting, blogs en de eerste bouwsteen komt duidelijk naar voren wat mijn visie op de puber is. Deze visie is over het algemeen positief, deze positiviteit probeer ik naar voren te laten komen in mijn 0-meting. Toch heeft het woord 'puber' een negatieve klank en ik vraag mij af of dit terecht is.
Volgens het boek Pubers:
Ontwikkeling en problemen is er
onderzoek gedaan naar het verloop van de puberteit. Uit dit onderzoek
is gebleken dat 30% van de adolescenten geen probleemloze puberteit
heeft meegemaakt. Denk hierbij aan sterke stemmingswisselingen,
spanningen in het gezin en onhoudbare situaties in het onderwijs. De
schrijver, Willem Heuves (2006, pag. 4), zegt dat 'deze pubers een
bron voor grote zorg en ergernissen zijn voor volwassenen'. Heuves
doelt met deze opmerking op de 30% uit het onderzoek en niet op alle
pubers. Zelf heb ik andere ervaringen met deze 'probleempubers'.
In een van de vervangende opdrachten
spreek ik over Kiki, mijn nichtje. Kiki komt al een aantal jaar in
haar schoolvakanties naar het kamp waar ik werk. Ik ben daar leiding,
en niet haar familie. Voorafgaand aan een kampweek wordt deze
afspraak altijd benadrukt. Maar natuurlijk ken ik haar goed en ik
weet welke verhalen er rond gaan over haar puberale gedrag. In de
familie wordt er over Kiki gesproken als een opstandig meisje; ze
maakt continue ruzie met haar vader, ze luistert naar niemand, is
brutaal, denkt niet na. Dit is echter totaal niet de Kiki die ik ken
wanneer ze op kamp is. Ze toont respect naar de leiding, ondanks dat
één van de leidsters familie van haar is, ze is bereid om te helpen
met klusjes en heeft nog nooit ruzie gemaakt. Natuurlijk gaat niet
alles in een keer goed; Kiki komt regelmatig te laat uit bed en zoekt
graag grenzen op. Toch levert ze altijd een prettige bijdrage aan de
groep. Dit komt mede door de regels die er zijn en voor iedereen gelden. Er is een duidelijke structuur en indeling van de dag, dit lijkt de groep rust te geven. Waar Kiki thuis altijd zal proberen de regels aan te passen in haar voordeel, doet ze daar op kamp geen moeite voor. Dit geeft weer hoe belangrijk een goede begeleiding is bij pubers, zoals ook aangegeven wordt in Puberbrein binnenstebuiten. Rust en regelmaat zorgen voor een prettiger omgang met pubers.
Bovenstaande
heb ik voor mijzelf erg duidelijk gemaakt en rust en regelmaat zijn
dan ook belangrijke punten in mijn lessen. Een punt waar ik soms
moeite mee heb is het motiveren van leerlingen. Dit kwam naar voren
tijdens een intervisie moment tijdens een van de colleges. De vraag
die tijdens dit intervisie moment naar voren kwam was: Hoe motiveer
je een leerling die met geen mogelijkheid aan het werk wil? Het
blijkt een vraag te zijn waar meerdere studenten mee zitten en er
kwam geen duidelijk antwoord naar voren. Deze vraag neem ik dus als
leervraag mee naar mijn volgende jaar.
De klas als groep.
In mijn blog over dit thema
omschrijf ik hoe belangrijk de klas waarin ik zat was, voor mij als
leerling. Ik heb in mijn periode als middelbare schoolleerling
ervaren dat een prettige sfeer in de groep belangrijk is, niet alleen
op emotioneel vlak maar ook in het leerproces. Dit kwam ook naar
voren in het college over groepsprocessen. Als docent vind ik het belangrijk om een zicht te hebben op de groep leerlingen waar je les aan geeft. Hoe gaan zij onderling met elkaar om? Wordt er gepest? Wordt er samengewerkt en hulp geboden? Welke leerlingen zijn bevriend en welke juist niet? Welke leerlingen staan hoger in rang, welke leerlingen lager? Dit zijn vragen die ik probeer te beantwoorden wanneer ik te maken krijg met een nieuwe groep. Het is lastig om orde te houden in de klas en ik heb het idee dat orde houden makkelijker is wanneer ik kennis heb van de groep.
In
het college over groepsprocessen werd uitgelegd hoe groepsvorming in
zijn werk gaat. Dit werd gedaan aan de hand van de theorie van
Tuckman, deze theorie heb ik besproken in mijn bouwsteen over dit
thema. In deze bouwsteen geef ik aan dat ik mij afvraag hoe een
docent invloed kan hebben op de vorming van de groep. Op
www.teamontwikkeling.nl
staan de Vijf Ontwikkelingstadia van Bruce W. Tuckman uitgewerkt. In
dit artikel staat ook beschreven wat de rol van de teamleider moet
zijn in iedere fase, dit probeer ik te vertalen naar de rol van de
docent:
– Forming: In deze fase is een
dirigerende leiderschapsstijl gewenst. Leerlingen verwachten richting
en duidelijkheid van de docent.– Storming: De docent moet zich neutraal opstellen als er conflicten ontstaan tussen leerlingen, het is belangrijk dat de leerlingen deze conflicten zelf leren oplossen. De docent mag wel benadrukken dat er tolerantie voor elkaar en elkaars verschillen opgebracht moet worden.
– Norming: De docent mag de klas meer zelfstandigheid geven.
– Performing: De docent kan taken uitdelen en zich bezighouden met de omgeving waarin de leerlingen zitten.
– Adjourning: Het wordt aangeraden om als docent aandacht te besteden aan het afscheid van de klas. Een afsluiting van het jaar is belangrijk.
Tijdens
het uitvoeren van een actieve werkvorm op het instituutspracticum,
kwam ik in de problemen. De 'klas' werd erg druk en er ontstond een
chaos. Ik had het gevoel dat ik geen controle meer had over de
situatie. Dit probleem heb ik voorgelegd tijdens een intervisiemoment
en dit hebben we met een aantal studenten besproken. Een van deze
studenten was een 'leerling' uit mijn 'klas' op het IP en vond dat ik
erg goed had gehandeld door rustig te blijven. De situatie liep in
werkelijkheid dan ook niet uit de hand, het probleem zat vooral in
het onaangename gevoel wat ik kreeg. Op www.klasse.be
staat een artikel over pubers in de klas. In dit artikel wordt
benoemd dat orde houden al begint tijdens de lesvoorbereiding. Eddy
van Mosselvelde (2001) zegt: 'Laat
bij je lesvoorbereidingen even de gedachte los hoe je de klas de baas
gaat blijven. Belangrijker is dat je doordrongen bent van je opdracht
de leerlingen te laten werken.'
Als toelichting daarop zegt hij: 'Hoe beter en boeiender de les, hoe
aandachtiger de leerlingen.' In deze citaten kan ik mij goed vinden
en ik neem deze mee naar de toekomst.
Als ik denk aan effectief lerarengedrag kom ik vanzelf op herinneringen waarin het gedrag van de betreffende docent juist niet effectief was. In mijn middelbare schoolperiode ben ik veel docenten tegengekomen die veel moeite hadden met hun baan. Dat begreep ik nooit, mijn docenten hadden toch een diploma en waren bevoegd om docent te zijn? Ik vroeg mij dan ook af hoe wij, op mijn huidige opleiding tot docent, les zouden krijgen over 'het leraar zijn'.
In
mijn bouwsteen laat ik weten dat ik twijfels heb bij het aanleren van
effectief lerarengedrag. Volgens een onderzoek op www.windesheim.nl
wel. Dr. Sui Lin Goei zegt: 'Net als goed gedrag van leerlingen is te
leren, is effectief leraarsgedrag ook te leren!'
Om erachter te komen of effectief
lerarengedrag te leren is, moet ik eerst vaststellen wat effectief
lerarengedrag precies is. Tomic (1993) zegt het volgende:
Het
concept effectief leraarsgedrag heeft betrekking op de effecten die
dit gedrag heeft op de resultaten van leerlingen. Het leraarsgedrag
is de onafhankelijke variabele en de leerresultaten vormen de
afhankelijke variabele. Dat betekent dat de leerresultaten een
indicatie zijn van de effectiviteit van het leraarsgedrag.
Als ik bovenstaande naar mijn eigen
woorden vertaal, versta ik dat het effectieve lerarengedrag
betrekking heeft op de leerresultaten van de leerlingen. Deze
leerresultaten worden gemeten door tussentijdse toetsen en examens.
De effectiviteit van het gedrag van de leraar is dus te meten door de
toetsresultaten.
In de vorige periodes van dit jaar
heb ik bij het vak FO geleerd dat de leerresultaten van leerlingen
omhoog zullen gaan wanneer een veilige leeromgeving gecreeerd wordt.
Het is de taak van de docent om voor deze veilige leeromgeving te
zorgen en dit zie ik ook als een onderdeel van effectief
lerarengedrag. Een antwoord op mijn vraag kan ik voorlopig nog niet
geven, maar ik houd de vraag in mijn achterhoofd gedurende mijn
opleiding tot docent.
Tijdens het IP werd er een
gastcollegde gegeven door Peter Teitler, schrijver van Lessen op
orde. Hij gaf de tip om altijd te controleren of leerlingen hun
werk hebben gedaan, controle is een vorm van beloning. Deze tip neem
ik zeker mee naar de toekomst.
Tijdens een intervisiemoment gaf een
van mijn medestudenten aan dat ze niet wist hoe ze leerlingen moest
straffen en hoe ver ze kon gaan. In dit intervisiemoment werd
uiteindelijk gesproken over de effectiviteit van straffen. Dit is een
onderwerp waar ik mij graag meer in wil verdiepen.
Literatuurlijst.
– Heuves, W. (2006) Pubers:
Ontwikkeling en problemen, Assen: Koninklijke van Gorcum
– Nelis, Van Sark. (2013)
Puberbrein binnenstebuiten, Utrecht/Antwerpen: Kosmos
– Teamontwikkeling. 'De Vijf ontwikkelingstadia van Bruce W. Tuckman' Internet WWW pagina op URL: http://www.teamontwikkeling.net/groepsdynamischetheorieen/ontwikkelingsstadia_Tuckman.asp
– Tomic,
W. (1993) 'Leraarsgedrag en leerresultaten' Internet WWW pagina op
URL: http://dspace.ou.nl/handle/1820/1514
– Van Mosselvelde, E. 'Pubers in de klas' Internet WWW pagina op URL: www.klasse.be/archief/pubers-in-de-klas
– Windesheim.
(2010) 'Excellent leraarsgedrag is te leren!' Internet WWW pagina op
URL:
http://www.windesheim.nl/onderzoek/onderzoeksthemas/educatie/onderwijszorg-en-samenwerking-binnen-de-keten/excellent-leraarsgedrag-is-te-leren/